5 oktober 2024

De kloof tussen burger en politicus: onoverbrugbaar!?!

Auteur: Justin Klerk

De laatste jaren lijkt het voeren van goed beleid en luisteren naar de burgers iets te zijn wat steeds meer met elkaar in tegenspraak is. De burger lijkt steeds mondiger te worden en steeds meer eisen te stellen aan wat er in zijn omgeving gebeurt door de overheid. Tegelijkertijd ergeren politici zich regelmatig aan al te vocale burgers die met -al dan niet onredelijke- eisen komen. Hoe is deze spanning ontstaan en hoe is deze op te lossen? Hoe moeten burgers zich verhouden tot politici en politici tot burgers? Wat is de rol van de politicus?

Voor de verhouding tussen staat en burger gelden grofweg twee modellen: het minimalistische en het democratische model. In het minimalistische model is er niet veel onderscheid tussen een ambtenaar, een politicus en een bestuurder en is de rol van de burger beperkt tot het stemmen. De burger mag tijdens de verkiezingen het beleid van de politici afstraffen, maar daar blijft het bij. Het democratische model legt veel meer nadruk op de gedachte dat ook deskundigen hun eigen belangen hebben en dus dingen kunnen doen die tegen de wil van het volk ingaan. Burgers hebben in dit model veel meer inspraak en er wordt nadrukkelijker naar ze geluisterd. Politici vechten om de gunst van de kiezer door een meer populistische stijl te hanteren, zoals in de Verenigde Staten.

Nederland hanteert in de praktijk vaak het eerste, meer technocratische model. Politici richten zich nadrukkelijk op het algemeen belang en laten zich niet leiden door verschillende deelbelangetjes die zich al te vocaal presenteren. De politicus wordt geacht de belangen af te wegen en vervolgens het pad te kiezen dat het beste is voor de hele gemeenschap. De inbreng van de burger is beperkt tot stemmen en het invullen van een ambtelijk uitgezette enquête.

De afgelopen twee decennia laten wel de opkomst zien van andersoortige politici: meer activistische en populistische politici. Denk hierbij nadrukkelijk aan personen zoals Fortuyn en Wilders, die de stem van het volk pretendeerden te vertolken. Ook in onze lokale politiek is dit terug te zien. Er wordt een grote nadruk gelegd op participatie, luisteren naar de burger, vragen wat de burger wil en thema’s die burgers op de banken krijgen worden nadrukkelijker ingezet als verkiezingsthema. Dat is niet per se een verkeerde ontwikkeling. Eens in de vier jaar verkiezingen geven nooit een volledig beeld van de ‘wil’ van de kiezer en tussentijds ophalen van informatie is dus vereist.

Ik las in een essay van de Amerikaans-Nederlandse historicus James Kennedy uit 2008[1] de volgende suggesties voor burgers en (toekomstige) politici om het gat tussen populisme en technocratie te dichten:

1. Beschouw jezelf niet alleen als politicus, maar ook als burger. De beste politici zijn juist vaak buiten de politiek gevormd, bijvoorbeeld in het bedrijfsleven, de zorg of vrijwilligerswerk, en zijn daarna de politiek in gegaan omdat ze als burger iets voor de gemeenschap wilden betekenen. Doe eerst ervaring op in de maatschappij, voordat je beroepspoliticus wordt.

2. Ontwikkel als politicus een visie op de maatschappij. Wees dankbaar dat je iets terug kunt doen voor de maatschappij die je in je ontwikkeling veel gegeven heeft.

3. Hang duidelijke principes aan en schuw debat over de principes niet. In Nederland hebben we de neiging om fel debat eng te vinden, omdat dit emotie en gevoel het speelveld inbrengt. Het is juist de taak van politici om de emoties die bij mensen leven te erkennen en hen proberen te overtuigen. Dat vereist inlevingsvermogen en het niet al van tevoren wegzetten van een emotionele reactie van een burger als irrationeel.

Wat zou de rol van de SGP hierin moeten zijn? De SGP is bij uitstek een partij van principes. We proberen politiek te bedrijven op basis van Gods Woord en hebben op grond daarvan een visie op de maatschappij. We hebben dus een duidelijk moreel kader. Dat geeft een voorsprong op partijen die meer populistisch van aard zijn en zich niet baseren op een religie of een levensovertuiging. Onze raadsleden hebben zich veelal eerst een aantal jaar dienstbaar gemaakt in hun werk, voordat ze de politiek ingingen. Tegelijkertijd valt er bij ons ook altijd wat te winnen. We schrikken soms snel van forse weerstand bij omwonenden en ergeren ons aan partijen die gevoelens proberen aan te wakkeren. Luisteren blijft geboden, ook als de ander zich minder netjes en rationeel uitlaat.

Natuurlijk kunnen de politici van de lokale SGP dat niet zonder u. Wees niet bang een mailtje te sturen, of ons eens op te zoeken, juist als u boos of teleurgesteld bent. Al kunnen we niet alle zorgen wegnemen, het minste wat we kunnen doen is naar u luisteren. Maakt u zich zorgen over waar het met Krimpen heengaat? Juist nu hebben we behoefte aan bezorgde mensen die een bijdrage willen leveren aan de gemeenschap met de Bijbel als basis.

Reacties? Stuur een e-mail naar: Justinklerk@live.nl



[1] J.C. Kennedy, ‘Bezielende verbanden’, p. 201-214.