19 oktober 2024
Restafval: de vervuiler betaalt
Op donderdag 17 oktober 2024 stemde de gemeenteraad in met het invoeren van een recycletarief – beter bekend als diftar. Dit betekent dat vanaf 2026 de hoogte van de afvalstoffenheffing afhangt van de hoeveelheid restafval die u aanbiedt. Dit is nodig om de hoeveelheid restafval drastisch te verlagen. Nu wordt per inwoner bijna 200 kg restafval per jaar aangeboden en dit moet gehalveerd worden. Dat is beter voor het milieu en verlaagt de afvalverwerkingskosten. Het besluit van de gemeenteraad betrof een principebesluit: de komende maanden volgen voorstellen vanuit het college om invulling te geven aan de manier waarop het recycletarief vorm krijgt.
Hoe staat de SGP erin?
De eerste hoofdstukken van Genesis beschrijven de schepping van hemel en aarde. Nadat God de mens schiep, gaf Hij hen de grote verantwoordelijkheid om de schepping te bouwen en te bewaren. Op dat moment gold: “En God zag al wat Hij gemaakt had, en zie het was zeer goed”. Maar de mens kwam in opstand tegen God en keerde zich van Hem af. Deze keuze raakte de hele schepping en Paulus schrijft in Romeinen 8 dat het schepsel hieronder zucht en als in barensnood is. De kanttekenaren merken hierbij op dat andere schepselen aan “het misbruik des mensen onderworpen zijn”. Aangrijpend! Voor de SGP weegt dit vanzelfsprekend zwaar bij het bepalen van een standpunt ten aanzien van de wijze waarop wij met ons afval omgaan.
Wat is het probleem?
In aansluiting op de landelijke VANG-doelstelling (Van Afval Naar Grondstof), heeft de gemeente als doel om in 2030 maximaal 100 kg restafval per inwoner in te zamelen. Dat is een grote uitdaging, omdat dit momenteel het dubbele is, zoals onderstaande grafiek van afvalverwerker Cyclus duidelijk maakt[1]. Deze grafiek laat zien hoeveel kg restafval per inwoner wordt ingezameld en laat daarmee de andere afvalstromen (GFT, PMD, PK) buiten beschouwing. Het (grof) restafval dat weggebracht wordt bij het grondstoffencentrum in de Stormpolder is hier wel in meegenomen.
Wat deze grafiek nog meer laat zien, is dat Krimpen aan den IJssel het, samen met Alphen aan den Rijn, slecht doet ten opzichte van de overige gemeenten voor wie Cyclus het afval verwerkt. Wat is het kenmerkende verschil? In Krimpen en Alphen is diftar niet ingevoerd, in de overige gemeenten wel.
Diftar? Wat is dat?
Diftar staat voor ‘gedifferentieerde tarieven’ en koppelt de hoogte van de afvalstoffenheffing per huishouden aan de hoeveelheid restafval dat aangeboden wordt door dit huishouden. Dit stimuleert huishoudens hun afval zo goed mogelijk te scheiden.
Waarom is de SGP voor invoering van diftar?
Lange tijd stond de SGP-fractie kritisch ten opzichte van de invoering van diftar. In 2015 ging Krimpen over op omgekeerd inzamelen: sindsdien moet u lopen om uw restafval aan te bieden en kunt u PMD, GFT en PK in een minicontainer in uw tuin kwijt of in ondergrondse containers bij uw appartement. De gedachte was dat meer moeite voor het aanbieden van restafval zou leiden tot een hoger afvalscheidingspercentage. Dat is gedeeltelijk gelukt: dit percentage steeg van 41% naar 60%. Echter, de VANG-doelstellingen zijn nog lang niet in zicht, we zijn het slechtste jongetje van de klas en de afvalverwerkingskosten rijzen de pan uit. De overheid verhoogt namelijk jaarlijks de CO2-heffing op de verbranding van restafval, wat leidt tot een steeds hogere afvalstoffenheffing voor de inwoners.
De rekenkamer heeft in 2020 onderzoek gedaan naar de invoering van omgekeerd inzamelen in Krimpen. In hun rapport bevelen zij onder meer aan om diftar in te voeren. De laatste 20 jaar zijn namelijk diverse onderzoeken verschenen waaruit keer op keer blijkt dat diftar de enige oplossing is om het afvalscheidingspercentage te verhogen en daarmee de afvalverwerkingskosten te verlagen. In 2021 heeft de gemeenteraad deze aanbeveling overgenomen, maar wel aangepast door middel van een amendement. De SGP was mede-indiener van dit amendement. De geamendeerde aanbeveling luidde nu:
“overweeg DIFTAR in te voeren en te onderzoeken welke mogelijkheden er nog meer zijn om de afvalbeheerkosten omlaag te krijgen en om de landelijke doelstellingen voor afvalscheiding te halen.”
Het college heeft gehoor gegeven aan het amendement en door ingenieursbureau Stantec laten onderzoeken. Zij hebben vier scenario’s opgesteld, waar ook diftar onderdeel van uitmaakte. De andere scenario’s zagen op ‘houden zoals het is’, ‘optimaliseren omgekeerd inzamelen’, ‘hogere service op grondstoffen’ en ‘diftar’. Nascheiding (waarbij alle afval als restafval aangeboden wordt en door de afvalverwerker gescheiden in grondstoffen) maakte geen onderdeel uit van deze scenario’s. De reden hiervoor was door nascheiding de kwaliteit van de stromen minder is en het na de keuze voor omgekeerd inzamelen geen logische keuze meer is voor onze gemeente. Landelijk blijkt dat nascheiding alleen een goede oplossing kan zijn voor gemeenten met veel hoogbouw.
In maart 2021 heeft Stantec zijn rapport opgeleverd. Daaruit bleek overduidelijk dat alleen de invoering van diftar leidt tot een significante verlaging van de afvalverwerkingskosten en een significante verhoging van het scheidingspercentage. Dat blijkt duidelijk uit een aantal grafieken uit hun rapport, die hieronder worden weergegeven[2]. Scenario 3 betreft het diftar-scenario.
Voorgaande laat zien dat objectief gezien de invoering van diftar de enige effectieve optie is. Voor de SGP-fractie komt daarbij het belangrijke argument dat de mens rentmeesterschap draagt voor de schepping. Onderdeel van Gods schepping zijn de diverse ecosystemen waarin nooit sprake is van afval, maar afvalstoffen steeds weer grondstof zijn voor een ander onderdeel van het ecosysteem. Daarom vinden wij het belangrijk dat wij ons afval niet zomaar verbranden, maar scheiden in stromen die kunnen dienen als nieuwe grondstof. Nu gebleken is dat diftar als enig middel hier flink aan bijdraagt, zijn we dan ook voorstander van de invoering hiervan.
Helder. Hoe ziet dat er straks uit?
Het college gebruikt de term ‘recycletarief’ voor diftar en heeft nog ruim een jaar nodig om de invoering voor te bereiden. Per 1 januari 2026 moet de nieuwe systematiek werken. Het tarief voor de afvalstoffenheffing kent dan een vast en een variabel deel. Het variabele deel hangt af van hoeveel zakken restafval in de ondergrondse container geworpen worden. Met andere woorden: u gaat per klepbeweging betalen. Inmiddels kan ieder huishouden via een webportaal bij Cyclus zijn eigen inworpfrequentie inzien. Het college hanteert straks als richtlijn voor een normale frequentie:
- Eenpersoonshuishouden: 1 volle vuilniszak met restafval (60 liter) per 1,5 week;
- Tweepersoonshuishouden: 1 volle vuilniszak met restafval (60 liter per week;
- 3- of meerpersoonshuishouden: 2 volle vuilniszakken met restafval per week.
Veel uitvoeringsplannen worden nog door het college uitgewerkt en aan de raad voorgelegd worden. Bijvoorbeeld of per zak restafval betaald wordt, of dat ieder huishouden een krediet krijgt en indien nodig meer bij kan kopen. Ook vraagt de communicatie aandacht, net als mogelijke neveneffecten zoals meer bijplaatsingen of dumpingen van afval. Mogelijk is daar extra handhaving voor nodig. Wethouder Tempel heeft meerdere toezeggingen op deze punten gedaan om de gemeenteraad te betrekken bij de uitvoeringsplannen. We houden dat nauwlettend in de gaten en zullen u daarover informeren.